Bij de sporten freerunning en parkour gebruiken de deelnemers de stad als speelplaats. Ze rennen van plek naar plek, met onderweg allerlei hindernissen, zoals muren, hekken en trappen. In zeven hoofdstukken van 2-3 blz. wordt verteld wat het verschil is tussen freerunning en parkour, welke spullen je nodig hebt, wat de gedragscode is, hoe deze sporten ontstaan zijn, welke wedstrijden er zijn en hoe je er je beroep van kunt maken. Met tekeningetjes wordt uitgelegd hoe je een aantal ‘tricks’ uitvoert, zoals de salto en de roll. In het laatste hoofdstuk vertelt freerunner Yendor Lambrechts over zijn sport. Bij elk hoofdstuk staat een duidelijke grote kleurenfoto die voorzien is van een toelichtend bijschrift, moeilijke woorden zoals hotspot, trick, tutorial en vault staan dikgedrukt en worden uitgelegd in de trefwoordenlijst achterin. Elk hoofdstuk is ingedeeld in blokjes met soms een ‘wist je dat …’ of een tip. De informatiedichtheid is hoog en het taalgebruik niet altijd eenvoudig. Achterin staan ook tips voor twee andere boeken over freerunning en extreme sporten en twee filmpjes van Klokhuis en Schooltv. De informatie is redelijk tijdloos. Een deel uit de serie 'Informatie' voor het documentatiecentrum. Vanaf ca. 11 t/m 14 jaar. Verberg tekst